Het volgende artikel blijft mijn eigendom. Alle gebruikelijke copyrightwetten en -regels gelden. De bezoeker van deze homepage mag voor eigen gebruik een hardcopy maken, zolang dit eigen gebruik geen commercieel gebruik is.

Nijmegen, 1996, Branko Collin.

De rol van Kapitein Haddock in Raket naar de maan

De avonturen van een zuurstofverslinder


Wie de avonturen van onze jonge reporter Kuifje en zijn hond Bobbie volgt krijgt al snel door dat er een bepaalde ontwikkeling in de reeks zit. Aanvankelijk is de hoofdpersoon een eenzame strijder tegen het kwaad. Vervolgens komen er nieuwe figuren in zijn leven, eerst als obstakels, later als vrienden. De rol van Kuifje verandert met het komen en gaan van zijn tegenspelers. De belangrijkste vertegenwoordiger van die laatste categorie is kapitein Haddock. Na zijn introductie in De Krab met de Gulden Scharen is hij in alle avonturen van Kuifje rechtstreeks betrokken -met een soort van opwarmingsperiode van Krab tot en met Het Geheim van de Eenhoorn.

Dat Haddock zich wist op te werken tot de populairste figuur van de reeks is niet vreemd. Kuifje zelf is een kleurloos persoon. Als held mag hij niet al te veel fans tegen zich in het harnas jagen door moreel ongeoorloofd gedrag. Om de serie niet te laten doodbloeden is daarom de introductie van kleurrijke bijfiguren nodig. De oude zeeman Haddock is daarbij de persoon waar Hergé het meeste van zichzelf in kwijt kon.

Een van de belangrijkste avonturen met de kapitein -of eerder een van de zichtbaarste- is Raket naar de Maan (het eerste deel van het dubbelalbum). Iedereen kent natuurlijk de scène waarin Zonnebloem er door de kapitein van beschuldigd wordt eh... (fluisterstem) onnozel te zijn (weer op normale toon) en waar de professor vervolgens de kapitein en -heel belangrijk- met hem de lezer op sleeptocht neemt. Door de kapitein krijgt de lezer een goed inzicht in de complexiteit en de problemen van het bouwen van een maanraket. Dat Hergé daar Kuifje niet voor gebruikt ligt voor de hand: Kuifje is een 'robot', waarvan niet alleen te verwachten is dat hij de werking van een atoommotor of -reactor al uit zijn hoofd kent (en dus geen uitleg nodig heeft), maar die ook nooit bang zou zijn voor een reis naar de maan als zijn schepper Georges Remi hem daartoe zou bevelen.

Raket naar de Maan is een boek dat gaat over hoe men een raket bouwt. Vanaf het moment dat Hergé besloot om daar een avontuur over te schrijven moest hij bedenken hoe hij een saaie technische beschrijving kon veranderen in iets wat zijn lezers van hem gewend waren. Haddock was daarvoor het ideale voertuig. De man wil helemaal niet naar de maan. Hij wil van tijd tot tijd zijn pijpje roken en zijn glaasje drinken en zich bezighouden met problemen als hoe een goochelaar wijn in water verandert. Aan de andere kant is hij trouw aan Zonnebloem en vooral aan Kuifje en als die scheepsjongen naar de maan gaat dan kan hij, Archibald Haddock, hem toch niet alleen laten gaan? Zo weet Hergé via Kuifje de kapitein mee te krijgen in een onmogelijk en saai avontuur. Zoals Haddock trouw is aan onze jonge reporter, zo is de lezer trouw aan Haddock. Het publiek voor een technische documentaire is geschapen.

Hergé heeft voor die omweg een prijs moeten betalen. Haddock eist een hoofdrol voor zich op.

Hergé gaat zelfs zo ver om Kuifje in een bijrol te dwingen. Kuifje vertrekt op een gegeven moment en op eigen initiatief letterlijk uit het verhaal. Hij verlaat de centrale voor een bergtocht, hij zou 'de benen eens willen strekken'. Kuifje gaat zich bezighouden met het vaag op de achtergrond spelende spionageverhaal. Zo neemt Haddock in dit album op geloofwaardige wijze, want met instemming van Kuifje, de macht tijdelijk over.

De kapitein is van levensbelang voor Raket. Met zijn cynische, afstandelijke humor houdt hij de aandacht van de lezer vast en weet hij een 'serieus' onderwerp in iets bijzonder lichtvoetigs te veranderen.

Ik vroeg me af of het belang van Haddock's rol op een objectievere manier te meten zou zijn. Dat kan op verschillende manieren gedaan worden.

  1. Je deelt het boek in in scènes. Je bekijkt wie welke handelingen verricht in die scènes. Je meet het belang van die handelingen.
  2. Je telt de keren dat iemand voorkomt in het boek.

Methode 1 heeft een groot nadeel: De laatste stap is weer zo subjectief als de pest.
Methode 2 heeft als nadeel dat het aantal keren dat iemand in een boek staat niet direct gerelateerd hoeft te zijn aan het belang van die persoon. In Raket zien we spionnen die grote invloed hebben op het verloop van het verhaal. Toch komen deze niet meer dan een paar keer voor.

Ik laat het dan ook op laffe wijze aan de lezer over om zijn of haar conclusie te trekken uit onderstaande tabel.

De hiervolgende lijst is samengesteld door per persoon de plaatjes te tellen waar hij (Raket is meer nog dan de meeste andere Kuifjes een voornamelijk mannelijke aangelegenheid) in voorkomt.

Haddock      438               maanraket               21
Kuifje       337               X-FL                    12
Zonnebloem   275               radiotelefonist zwart   12
Bobbie       176               radiotelefonist blond   9
Wolff        148               Nestor                  8
Baxter       124               dokter                  8
Jan(s)sen    71                Baron                   7
Baasspion    25

Haddock komt op vrijwel evenveel pagina's voor als Kuifje (55 tegen 54). Het aantal plaatjes waarin de zeeman voorkomt is bijna 25% meer. Dit verschijnsel doet zich naar mijn weten in geen enkel ander Kuifje-album voor.

Branko Collin

N.B. Tijdens het turven viel me op dat Bobbie op een moment op twee plaatsen tegelijk aanwezig is. Als Baxter een week voor de start met de maanreizigers vergadert, is Bobbie ook aanwezig. Tijdens die vergadering vraagt Baxter aan Zonnebloem hoe de zaken staan. De professor antwoordt dat alles klaar is, "behalve Bobbie's ruimtepak, waar nu de laatste hand aan wordt gelegd..." We zien dan Bobbie in een ruimtepak een grap in vijf plaatjes meemaken.
Men heeft mij er van proberen te overtuigen dat dit kan in strips. Dat deze sprongen in tijd en plaats kunnen en mogen weet ik wel. Ik heb het alleen nog nergens in het oeuvre van Hergé op deze manier zien gebeuren en zie mijn conclusie dat dit een foutje van de perfectionist Hergé is dan ook gerechtvaardigd.

Meer over strips op mijn homepage.

Literatuur: